De 10 meest gestelde vragen over noodverlichting
Geregeld krijgen wij vragen over verschillende situaties en thema’s. Om jou zo goed mogelijk te helpen hebben wij de 10 meest gestelde vragen over noodverlichting op een rijtje gezet.
1. Is het toegestaan oude en nieuwe pictogrammen door elkaar te gebruiken?
Het is toegestaan om oude en nieuwe pictogrammen door elkaar te gebruiken. Per 1 januari 2016 hebben de toonaangevende Nederlandse noodverlichtingsfabrikanten echter besloten de oude pictogrammen, conform NEN 6088, uit het assortiment te halen. Hiermee willen de leden van branchevereniging NVFN de overgang naar nieuwe pictogrammen versnellen. Wij adviseren je ook bij aanvullingen of aanpassingen in bestaande gebouwen nieuwe pictogrammen toe te passen. De kans op verwarring is bij deze namelijk minimaal.
2. Mag je verschillende merken noodverlichting in hetzelfde gebouw door elkaar gebruiken?
Het is toegestaan diverse merken noodverlichting te gebruiken in een gebouw of situatie, maar het is zeker niet aan te raden. Het onderhoud van de noodverlichting wordt hierdoor complexer gemaakt voor de installateur. Zo moet je kijken naar welk armatuur over welke accu beschikt. Of naar welk onderhoud je per armatuur moet uitvoeren.
Wij raden je dan ook aan om met één merk noodverlichting te werken. Zo wordt verkeerd onderhoud voorkomen en zullen misverstanden zich minder snel voor doen.
3. Is noodverlichting aan de buitenzijde van een nooduitgang verplicht?
Het is verplicht om aan de buitenkant van iedere deur, die in geval van nood wordt gebruikt, noodverlichting te plaatsen. Dit staat beschreven in de norm NEN-EN 1838. Je kunt er namelijk niet blindelings op vertrouwen dat de straatverlichting werkt. Een spanningsuitval kan namelijk een groter gebied betreffen.
4. Is het volgens de NEN-EN 1838 verplicht de brandblusapparatuur, EHBO posten en handbrandmelders uit te lichten met 5 lux?
Volgens de norm NEN-EN 1838 dient elke EHBO-post, elk onderdeel van de brandbestrijdingsuitrusting en iedere handbrandmelder te zijn voorzien van noodverlichting. Ongeacht waar deze zich in het gebouw bevinden. In alle gevallen is een minimaal verlichtingsniveau van 5 lux verplicht.
De reden voor het hogere verlichtingsniveau is om de EHBO-posten en brandbestrijdingsmiddelen meer op te laten vallen en het gebruik hiervan goed mogelijk te maken. Bij 5 lux zijn kleuren beter te onderscheiden. Zo is bijvoorbeeld een vergrendeling van een brandblusser bij 1 lux amper te onderscheiden. Daarnaast zijn ook de teksten bij 5 lux beter te lezen.
5. Dient de hoofdverdeelkast uitgelicht te worden met 10 lux?
Noodverlichting in de oude NEN 1010
In de voorgaande versie van NEN 1010 staat in hoofdstuk 718 een bepaling over noodverlichting. Dit hoofdstuk gaat over bijeenkomstgebouwen, sportgebouwen en stationsgebouwen. Er wordt hier geëist dat er noodverlichting moet zijn aangebracht in:
- een ruimte met een hoofdschakel- en verdeelinrichting
- een ruimte met een schakel- en verdeelinrichting voor de
- noodstroomvoorziening
- liftmachinekamers
- regieruimten
- projectieafdelingen
Noodverlichting in de nieuwe NEN 1010
In de nieuwe NEN 1010 zijn deze eisen voor noodverlichting komen te vervallen. Ondanks dat sommige extreem praktisch zijn. De NEN 1010 is namelijk teruggebracht naar de kern. Hier staan nu alleen nog artikelen in die gaan over de veiligheid van de installatie. Alle overige eisen zijn komen te vervallen.
6. Waar dient een noodverlichtingsinstallatie aan te voldoen volgens de Arbowet?
Volgens de Arbowet dienen de vluchtwegen en nooduitgangen die slecht zichtbaar zijn bij uitvallen van verlichting voorzien te worden van adequate noodverlichting. Dit is natuurlijk wel een breed begrip. Hier kan namelijk op verschillende manieren naar gekeken worden. Daarom wordt de NEN-EN 1838 vaak toegepast als norm.
7. Is een logboek verplicht voor Noodverlichting?
Registratie is verplicht. In de registratie staan bijvoorbeeld:
- De beschrijvingen van het noodverlichtingssystemen
- De rapportages van inspecties (met daarin geconstateerde afwijkingen)
- Herstelwerkzaamheden
Dit alles kan prima in de vorm van een logboek. Maar de registratie wordt vaak ook op een andere manier vormgegeven.
8. Wanneer pas ik decentrale noodverlichting toe en wanneer een centraal gevoed systeem?
Afhankelijk van de eisen en omstandigheden dient een geschikt systeem gekozen te worden. Bij de keuze tussen een centraal of decentraal gevoed systeem gaat het om de volgende factoren:
- Het gewenste veiligheidsniveau
- De hoogte van de diverse ruimten
- De omgevingstemperatuur van de diverse ruimten
- De benodigde lichtopbrengst bij calamiteiten
- De mogelijkheden voor onderhoud
9. Dienen er kabels met functiebehoud gehandhaafd te worden bij een installatie met centrale noodverlichting?
De toegepaste kabels dienen een functiebehoud van minimaal 1 uur te hebben in combinatie met een centrale noodverlichting. Dit geldt vanaf het armatuur tot aan het centrale voedingssysteem.
10. Is noodverlichting verplicht in appartementencomplexen?
In het trappenhuis van een appartementen gebouw is noodverplichting niet verplicht, als deze uitsluitend bestaat uit woningen. Dit geldt zowel voor een bestaand gebouw, als voor een te bouwen woongebouw.
Een hoog woongebouw geldt als uitzondering op de regel. Een hoog woongebouw moet namelijk een brandveiligheid hebben die gelijkwaardig is met een minder hoog woongebouw. Hier zal dus om vanuit het oogpunt van brandveiligheid een gelijkwaardig hoog gebouw te verkrijgen, uitgaande van de Handreiking, doorgaans wel noodverlichting nodig zijn.
Zit jouw vraag hier niet tussen of wil je nog meer te weten komen over noodverlichting? Ga dan naar onze Kennisbank.
Meer weten over noodverlichting?
Neem eens een kijkje in onze kennisbank.