Hoe wordt de kijkafstand bepaald voor een armatuur voor personen met een mobiliteitsbeperking?

Sinds 2021 zijn er in de NEN 3011 aanvullende veiligheidstekens opgenomen voor personen met een mobiliteitsbeperking.

Deze mogen in combinatie met het veiligheidsteken van de pijl gebruikt worden, maar ook in combinatie met de pijl én het veiligheidsteken van het ‘gewone’ vluchtende figuurtje in de deur, respectievelijk afbeelding 2 en 3. Hierbij opgemerkt dat armaturen, en daaruit volgend de pictogrammen in de markt, altijd een verhouding hebben van 1:2

We zien dat de veiligheidstekens, dat zijn de afzonderlijke vierkante elementen van het pictogram, een factor 1/3 kleiner zijn geworden.
Nu wordt de waarnemingsafstand (kijkafstand of zichtafstand) volgens diezelfde norm bepaald aan de hand van ‘De afmetingen van het grafische symbool en de elementen daarvan binnen de geometrische vorm van het veiligheidsteken’.

Als H1 van afbeelding 2 (de hoogte van het veiligheidsteken) een afmeting heeft van 15 centimeter, dan is de kijkafstand van een intern verlicht armatuur volgens de norm dus H1 x 200 = 30 meter

Bij afbeelding 3 zien we een ‘gecombineerd’ pictogram, geschikt voor personen met en zonder mobiliteitsbeperking. H1 is in dit voorbeeld 10 centimeter (1/3 minder), en de kijkafstand is dus nog maar 20 meter.