Na hoeveel branduren moeten leds vervangen worden?
Na hoeveel branduren leds vervangen moeten worden, daar is geen standaard antwoord op. Naar de levensduur van verlichting kunnen we niet kijken, zonder ook naar de lichtopbrengst van de verlichtingsbronnen te kijken.
Conventionele verlichting
Bij conventionele verlichting is de levensduuropgave van de lichtbron vrij eenvoudig. De levensduur wordt opgegeven bij bijvoorbeeld 80% lichtopbrengst (zie tabel). Dit betekent dat bij de opgegeven levensduur de lichtopbrengst van de lichtbron nog minimaal 80% is van de oorspronkelijk geïnstalleerde lichtopbrengst. Dit is inclusief lumenafname en uitval op lamplevensduur.
Type lamp | Levensduur in uren bij 80% lichtopbrengst |
Gloeilamp | 1.000 |
Halogeenlamp | 2.000 |
CFL (EL | 12.000 |
TL (T8 HF) | 20.000 |
Led | 50.000 |
Ledverlichting
Bij ledverlichting ligt dit wat gecompliceerder: hier is de lichtbron een geheel met het armatuur en kan deze (meestal) niet uitgewisseld worden. Bij een led armatuur bestaat de lichtbron uit een ledchip met elektronische driver. Hierdoor is de driver het onderdeel van het armatuur dat vaak als eerste uitvalt (defect). De ledchip mag dan wel niet defect raken, maar de lichtopbrengst neemt gedurende de levensduur geleidelijk, maar continu af (bron: CREE).
Verder speelt de belasting van de gebruikte leds een grote rol. Door meerdere leds te gebruiken hoeven ze minder belast te worden en kunnen ze (veel) langer mee gaan.
Bekijk de webinar
Wil je meer weten over onderhoud van noodverlichting?
Cursisten vertellen
Wat cursisten over ons zeggen
Gerelateerde kennisbank artikelen
Vervanging van de noodverlichtingsarmatuur in plaats van de printplaat is in deze gevallen een betere oplossing. Waarom? Lees het hier.
Beoordelen of een armatuur nog water-of stofdicht is doe je eerst met een visuele controle. Lees hier wat je nog meer kunt doen.
Accu's van noodverlichting dienen een minimale levensduur van 4 jaar te hebben en moeten na de levensduur preventief vervangen worden.
Type accu | Toepassing | Voordelen | Nadelen |
NiCd | Decentraal (vooral TL) | Minder gevoelig voor temperatuur, waardoor toepasbaar in koude of warme omgeving (dit kan verschillen per type en fabricaat). Geringe afname van de capaciteit tijdens opslag. | Hogere milieubelasting. Gezien de toxiciteit van Cadmium is extra alertheid nodig bij inname, zodat deze niet in het milieu terecht komen. |
NiCd | Decentraal (vooral led) | Hogere energiedichtheid, waardoor kleinere accu’s toegepast kunnen worden. Geringere milieubelasting. | Gevoeliger voor hoge en lage temperatuur dan NiCd. Relatief sterke afname van de capaciteit tijdens opslag. Langdurige opslag kan leiden tot blijvend capaciteitsverlies (tussentijds bijladen voorkomt dit). |
Li-ion | Decentraal (vooral led) | Nog hogere energiedichtheid, dus geschikt voor verdere miniaturisatie. Geringe afname van energie tijdens opslag. Geringe milieubelasting. | Kan niet tegen diepontlading. Potentieel (explosie-) gevaar bij hoge temperaturen en overladen. Strenge eisen aan transport. |
Pb | Centraal | Gaan lang mee bij normale of geconditioneerde klimatologische omstandigheden. Relatief lage kostprijs in relatie tot de geleverde capaciteit. | Temperatuurgevoelig: Bij hogere temperaturen dan voorgeschreven neemt levensduur snel af en bij lagere temperaturen de capaciteit. Relatief groot en zwaar. Relatief sterke afname van de capaciteit tijdens opslag. Langdurige opslag kan leiden tot defecten. |
Type lamp | Levensduur in uren bij 80% lichtopbrengst |
Gloelamp | 1.000 |
Halogeenlamp | 2.000 |
CFL (EL | 12.000 |
TL (T8 HF) | 20.000 |
Led | 50.000 |